Ronald & Maxime
Leren omgaan met diabetes type 1 is lastig. Op iedere leeftijd. Maxime, dochter van Ronald de Boer, is 21 als zij de diagnose krijgt. Slechts enkele weken daarna wordt ze hard met haar neus op de feiten gedrukt: door een hypo komt ze in een gevaarlijke situatie terecht…
Het begint met hevige dorst. Dan valt ze opeens in korte tijd flink af. Maxime, op dat moment 21, neemt het zekere voor het onzekere en besluit een bezoek aan haar huisarts te brengen. Die kan haar na één bloedprik vertellen wat er aan de hand is. Ze lijdt aan diabetes type 1. Hoewel ze de diagnose enigszins ziet aankomen, valt het nieuws haar zwaar. Maxime: “Ik heb flink zitten janken nadat ik de diagnose kreeg, want er veranderde opeens van alles. Inmiddels heb ik de ziekte leren accepteren. Maar ik draag het altijd met me mee.”
Ook Maxime’s vader, Ronald, vindt het nieuws moeilijk te slikken. “Je leven staat even stil. Je kind is je alles. Je wil dat ze gezond en gelukkig is. Dan komt opeens deze ziekte om de hoek kijken en moet je vrezen voor de toekomst. Je hoort allerlei enge dingen over de mogelijke gevolgen van de ziekte, zoals ogen die achteruitgaan, of zelfs amputaties. Gelukkig was Maxime er op tijd bij en houdt ze haar suikerspiegel goed onder controle. Maar de angst voor complicaties blijft.”
Een harde knal
Al een paar weken na de diagnose doet Maxime een heftige ervaring op als gevolg van haar diabetes type 1. Ze is net klaar met werken als ze zich niet lekker begint te voelen. De eerste tekenen van een te lage suikerspiegel. Maar juist vanwege die symptomen lukt het haar niet om op de juiste manier op de situatie te reageren. “Ik had nog nooit zoiets gevoeld. Het leek wel alsof ik aan het dagdromen was. Ik was wel wakker, maar ik was mezelf niet. Daardoor ben ik zonder na te denken de auto ingestapt. Ik dacht dat ik het nog wel tot aan huis zou redden. Maar dat bleek niet het geval.”
Maxime krijgt een hypo achter het stuur, rijdt door rood en botst met een harde knal tegen de zijkant van een tram op. Versuft blijft ze zitten in haar auto. Pas als ze door ambulancepersoneel suikers krijgt toegediend, komt ze bij zinnen. Gelukkig is ze niet gewond, maar ze schrikt enorm van haar benarde situatie. “Ik vond het vreselijk dat mij dit was overkomen. Ik schaamde ook een beetje. Ik nam het mezelf kwalijk dat ik niet even een extra colaatje had gedronken voordat ik de auto in stapte. Maar het ergste vond ik nog wel dat ik mijn vader moest bellen om hem uit te leggen wat er gebeurd was.” Ronald, op dat moment in de studio voor tv-opnames, herinnert zich dat telefoontje nog goed. “Ik schrok me dood toen ze me over het ongeluk vertelde. Gelukkig is kwam ze er uiteindelijk zonder kleerscheuren vanaf, maar het had ook heel anders kunnen aflopen. Die gedachte spookt tot op de dag van vandaag door mijn hoofd.”
Het ongeluk, hoe vervelend ook, heeft ook positieve gevolgen. Het is namelijk een wake-up call voor Maxime. Want hoewel ze weet dat ze haar ziekte serieus moet nemen, vind ze het vlak na de diagnose lastig om daar in haar dagelijkse leven naar te handelen. Na het ongeluk verandert dat. “Ik zag in hoe belangrijk het is om mijn ziekte onder controle te houden. Niet alleen om ongelukken te voorkomen, maar ook de kans op complicaties te verkleinen. Daardoor ben ik me veel meer in de ziekte gaan verdiepen.”
Ronald merkt met blijdschap op hoe goed zijn dochter sindsdien met haar diabetes omgaat. Zeker als hij een keer met haar meegaat naar haar behandelend arts. Ronald: “De internist vertelde dat ze heel goed begrijpt hoe de ziekte werkt, hoeveel insuline ze moeten spuiten, wanneer ze wel of niet iets moet eten om haar suikerspiegel te verhogen… Je kunt prima leven met deze ziekte, maar dan moet je het wel serieus aanpakken. En dat doet ze! Het maakt me heel trots dat zij als jonge meid zoveel discipline toont.”
Tijd voor een tackel
Geïnspireerd door het harde werken van zijn dochter, besluit Ronald om zich als ambassadeur in te zetten voor DON. Door het bewustzijn over de ernst van diabetes type 1 te vergroten, hoopt hij dat er meer geld beschikbaar komt voor onderzoek naar genezing. “Deze rotziekte moet de wereld uit”, zegt hij stellig. “Er zijn veel knappe koppen bezig met het onderzoeken van diabetes type 1, zodat ze deze ziekte hopelijk op een dag kunnen tackelen. Maar daar zijn veel eurootjes voor nodig. Als ambassadeur wil ik daar een steentje aan bijdragen.”
Voor Maxime klinkt het kunnen oplossen van diabetes type 1 als een droom. “Als er morgen een geneesmiddel voor diabetes type 1 zou bestaan, zou ik vooraan in de rij staan! Zelfs als ik geopereerd zou moeten worden. Ik zou het doen! Het zou zo fijn zijn als ik niet meer altijd overal rekening mee hoef te houden. Als ik niet meer elke dag bloed hoef te prikken of insuline hoef te spuiten. Dat zou een groot verschil maken. Ik denk ook vaak aan jonge kinderen die diabetes krijgen. Voor hen is het ongetwijfeld enorm moeilijk om met de ziekte te leren omgaan. Ik hoop dat er snel een échte oplossing voor diabetes type 1 komt zodat niemand dit meer hoeft mee te maken.”