Wij gebruiken cookies

DON gebruikt cookies om bijvoorbeeld de website te verbeteren en te analyseren. Als u meer wilt weten over deze cookies, raadpleeg onze cookieverklaring

Cookies accepteren Instellingen aanpassen

Alles over bloedsuikerwaarde

image

Als je diabetes type 1 hebt, moet je je bloedsuikerspiegel goed in de gaten houden. Maar wat is een normale waarde? Hoe weet je welke bloedsuikerwaarde je hebt? En wat moet je doen als je deze te hoog of te laag is?

Wat is je bloedsuikerwaarde?
Je bloedsuikerwaarde (ook bekend als bloedsuikerspiegel, glucosespiegel of glucosewaarde) is de hoeveelheid glucose (suiker) in je bloed. De glucose komt je lichaam binnen als je iets met suiker of koolhydraten eet. Je lichaam zet deze voedingsstoffen om in glucose (een suikermolecuul), zodat het kan worden opgeslagen in je bloed. Later gebruikt je lichaam deze glucose als brandstof.

Normaal gesproken regelt je lichaam de bloedsuikerspiegel zelf, met behulp van insuline. Maar als je diabetes type 1 hebt maakt je lichaam dit stofje niet aan. Je moet daardoor zelf je bloedsuikerspiegel regelen, door dagelijks kunstmatige insuline toe te dienen. Het is belangrijk dat je bloedsuikerspiegel zoveel mogelijk in balans is. Want, als je bloed te veel of te weinig glucose bevat (hypo of hyper), kan dat je gezondheid schaden.

Wat betekent mmol/l?
De hoeveelheid glucose in je bloed wordt uitgedrukt in mmol/l (millimol per liter). Dat staat voor een bepaalde hoeveelheid glucosemoleculen per liter bloed. Als je bijvoorbeeld een glucosewaarde van 6 mmol/l bij jezelf meet, bevat je bloed meer moleculen glucose per liter, dan wanneer je 5 mmol/l meet.   

Hoe meet een arts mijn bloedsuikerwaarde?
De hoeveelheid glucose in je bloed (je bloedsuikerspiegel) is, als je diabetes hebt, uit balans. Dat is zowel het geval bij diabetes type 1 als bij diabetes type 2. Een arts kan dan ook aan je suikerwaardes aflezen of je diabetes hebt.

Om te onderzoeken of je diabetes hebt, neemt je arts twee keer (op verschillende dagen) een klein beetje bloed bij je af. Vervolgens wordt ter plekke of in een laboratorium onderzocht hoeveel glucose er in je bloed zit. Als je glucosespiegel bij beide metingen te hoog is, betekent dat dat je diabetes hebt. Als je zeer duidelijk symptomen van diabetes vertoont, kan je arts je deze diagnose al na één te hoge meting geven.

Je kunt beter niet zelf proberen te achterhalen of je diabetes hebt. Apotheken en webshops verkopen wel tests waarmee je zelf je glucosewaardes kunt meten, maar artsen waarschuwen voor het gebruik hiervan. De uitslag is namelijk niet altijd betrouwbaar. Als je je bij een dokter laat testen ben je zeker van een kloppende uitslag, en loop je niet het risico dat je (beginnende) diabetes over het hoofd ziet.

Bij welke bloedsuikerwaarde heb ik diabetes?
Wat een gezonde bloedsuikerspiegel is, hangt af van het moment waarop je arts bloed afneemt voor het onderzoek.

Een arts prikt meestal bloed als je ‘nuchter’ bent. Dat betekent dat je in de acht uur daarvoor niets hebt gegeten of gedronken (met uitzondering van water). De hoeveelheid glucose in je bloed is daardoor aan de lage kant. Bij nuchter prikken wijst een suikerwaarde onder 6,1 mmol/l op geen diabetes, een suikerwaarde tussen 6,1 en 6,9 mmol/l op beginnende diabetes, en een suikerwaarde boven 6,9 mmol/l op diabetes in een later stadium.

Ook niet-nuchter (tot 2 uur na een maaltijd) prikken is mogelijk. De hoeveelheid glucose in je bloed is dan iets hoger. Bij niet-nuchter bloedonderzoek betekent een suikerspiegel onder 7,8 mmol/l dat je waarschijnlijk geen diabetes hebt. Een waarde tussen 7,8 en 11 mmol/l daarentegen wijst op beginnende diabetes, en een waarde boven 11 mmol/l op diabetes.   

Hoe meet je zelf je bloedsuikerwaarde bij diabetes type 1?
Als je diabetes (type 1) hebt, krijg je een bloedsuikermeter. Dat is een apparaatje waarmee je zelf je glucosewaardes kunt checken. Zo weet je altijd of je bloedsuikerspiegel uit balans dreigt te raken. Je begint een meting door met een speciale prikpen een klein beetje bloed uit je vingertop te halen. Als je dit aanbrengt op de teststrip in de bloedsuikermeter, vertelt het apparaatje je hoeveel glucose er in je bloed zit (uitgedrukt in mmol/l). Je arts of behandelaar legt je uit hoe je de bloedsuikermeter precies gebruikt.

Normale suikerwaarde bij diabetes type 1

Wat de normale hoeveelheid glucose in je bloed is als je diabetes type 1 hebt, hangt af van het moment waarop je voor het laatst hebt gegeten. Als je al een tijdje niets op hebt, bijvoorbeeld in de ochtend als je nog niet hebt ontbeten, mag je suikerwaarde tussen de 4,5 en 8 mmol/l liggen. Vlak na een maaltijd (de eerste 2 uur nadat je hebt gegeten) mag je suikerwaarde iets hoger liggen, tot maximaal 9 mmol/l. Daarna hoort je bloedsuikerwaarde weer iets te dalen, doordat insuline (die je zelf hebt toegediend) de glucose uit je bloed haalt.   

Mensen met diabetes type 1 moeten goed op hun glucosewaarde letten. Bij een suikerspiegel die buiten de 4,5 en 8 (of 9) mmol/l ligt, loop je namelijk het risico een hypo of hyper te krijgen. Dat is geen fijne ervaring, en kan bovendien je gezondheid schaden. Kom dus snel in actie als je suikerspiegel uit balans is.

Wat te doen bij een hoge bloedsuikerwaarde?
Bij een te hoge bloedsuikerwaarde (10 mmol/l of hoger) zit er te veel glucose (suiker) in je bloed. Daardoor kun je een hyper krijgen, en dat is niet goed voor je gezondheid. Dit voorkom je door handmatig of met een pompje insuline toe te dienen. Dit stofje zorgt ervoor dat de glucose in je bloed wordt opgenomen door de cellen in je lichaam, waardoor je bloedsuikerspiegel daalt. 

Wat te doen bij lage bloedsuikerwaarde?
Als je een te lage bloedsuikerwaarde hebt (4,5 mmol/l of lager), bevat je bloed niet genoeg glucose (suiker). Bij een te lage glucosewaarde kun je een hypo te krijgen. Gelukkig kun je dat makkelijk voorkomen door voedsel met suiker of koolhydraten te eten. Suikerrijk voedsel verhoogt snel en kort je suikerspiegel, terwijl voedsel met koolhydraten langzamer werkt, maar ook langduriger. Als je glucosewaarde snel is gedaald, kun je het best eerst iets met suiker eten (zoals druivensuiker/dextro of fruit) om te voorkomen dat je een hypo krijgt. Daarna kun je eventueel iets met koolhydraten eten (zoals een boterham) om het een paar uur vol te houden tot de volgende maaltijd.

Nog meer informatie over bloedsuikerwaarde vind je op diabetes.nl