Veelgestelde vragen
Diabetes type 1 is een auto immuunziekte. Door een fout in het afweersysteem worden de cellen die insuline produceren vernietigd. Daardoor wordt er geen of nauwelijks insuline aangemaakt. Insuline heeft je lichaam wel nodig anders blijft de glucose in het bloed en krijg je te hoge bloedglucosewaarden. Bij een te hoge of lage bloedglucose kunnen hypo’s en hypers ontstaan.
Diabetes type 1 kan op elke leeftijd ontstaan, maar meestal gebeurt dat bij kinderen en jongvolwassenen.
Nee, meestal niet. Het is niet volledig duidelijk wat de precieze oorzaak van diabetes type 1 is. Erfelijke aanleg speelt een geringe rol, maar vermoedelijk ook omgevingsfactoren als voeding en infecties.
Bètacellen zijn cellen in de alvleesklier die insuline produceren. Als de hoeveelheid glucose (suiker)
in je bloed stijgt, komen de bètacellen direct in actie. Ze laten eerder geproduceerde insuline
los in je bloed en beginnen meteen nieuwe voorraden te produceren. Zo zorgen ze ervoor dat
de bloedsuikerspiegel in balans blijft.
Ja, diabetes type 1 kan gevaarlijk zijn. Bij een te hoge of te lage bloedsuikerspiegel kunnen hypo’s en hypers ontstaan. Zelfs een coma is mogelijk. Als de bloedsuiker vaak te hoog is, bestaat er grotere kans op complicaties op de lange termijn.
Bij een hypo (hypoglykemie) is je bloedsuikerspiegel te laag. Er zit te weinig glucose in je bloed, waardoor je lichaam niet genoeg energie kan aanmaken. Daardoor functioneren je lichaam en je hersenen minder goed. Normaal gesproken lost het lichaam een te hoge suikerspiegel zelf op, maar als je diabetes type 1 hebt, lukt dat niet.
Bij een hypo kan je last hebben van een wisselend humeur, hoofdpijn, bleekheid, moeheid, honger, zweten, duizeligheid, slecht zien en beven.
Bij een hyper (hyperglykemie) is je bloedsuikerspiegel te hoog. Dat betekent dat er een teveel aan glucose in je bloed zit. Normaal gesproken zet je lichaam die glucose met behulp van insuline om in energie. Maar als je diabetes type 1 hebt, maakt je lichaam geen insuline aan. Je moet daarom jezelf op de juiste momenten insuline toedienen.
Bij een hyper kan je last hebben van moeheid, slaperigheid, een droge tong, vaak plassen en dorst.
Als je diabetes type 1 hebt, zul je insuline moeten toedienen via een insulinepen of insulinepomp. De hoeveelheid insuline die toegediend wordt, is afhankelijk van het eetpatroon. Dit varieert dus per persoon.
Diabetes type 1 heeft meerdere symptomen.
- veel dorst en veel plassen.
- afvallen zonder dat daar een reden voor is.
- in korte tijd ziek en beroerd voelen.
- veel honger hebben, of juist helemaal niet.
- wazig zien.
- misselijk zijn of overgeven.
Neem contact met ons op! Wij helpen je graag.
Neem contact op